Rol van verpleegkundige bij palliatieve sedatie.

Het uitgangspunt in de Palliatieve zorg is de patiënt een zoveel als mogelijk comfortabel leven te bieden. Het is belangrijk dat de meest hinderlijke fysieke, psychische, psychosociale en spirituele problemen zo veel mogelijk verlicht worden. (Claessens, Genbrugge, Vannuffelen, Broeckaert, Schotsman, Menten,2009)

De laatste jaren sterven patiënten in toenemende mate met een vorm van palliatieve sedatie. Het doel van Palliatieve sedatie is het creëren van een rustige en aanvaardbare situatie. Bij het uitvoeren hiervan wordt de dosering en combinatie van medicatie hierop afgestemd. Bij palliatieve sedatie is niet het doel om het leven te bekorten of te verlengen. Bewustzijn verlagen wordt alleen in de terminale fase gedaan. Er wordt ervan uit gegaan dat de patiënt niet langer dan 1a 2 weken te leven heeft. (Hosson, 2015)

Rol van de verpleegkundige.

De verpleegkundige heeft een cruciale rol in het verzorgen van de patiënt en het begeleiden van familieleden. vooral omdat de verpleegkundige als enige van  het multidisciplinair team continu aanwezig is bij de patiënt. Voordat de patiënt gesedeerd word bespreekt de arts met de patiënt en de familie de procedure, er wordt nagegaan of de patiënt continu of intermitterend gesedeerd wenst te worden. De taak van de verpleegkundige is om na te gaan welke wensen de patiënt en Familie  nog heeft voordat de sedatie plaats vind. Zoals: Wenst de patiënt nog 

bepaalde mensen te spreken of te zien? Vrienden, familie, artsen, psycholoog, pastor, sociaal werker, notaris etc.? Is er behoefte aan een afscheids-ritueel (ceremonie)? Wenst de patiënt nog bepaalde zaken rond zijn begrafenis te organiseren? Welke mensen mogen er  bij de palliatieve sedatie aanwezig? Ect.

Welke rol heeft de verpleegkundige tijdens de verzorgging in een de palliatieve sedatie?  

Hieronder een aantal punten.

  • Voordat de palliatieve sedatie gestart word zorg je voor een comfortabele situatie.  Dit stem je af aan de behoefte en wensen van de patiënt.  Je kan denken aan een aangepast bed en een speciale matras, er kan een blaaskatheter geplaatst worden, je      zorgt voor een wisselhoudingschema etc.
  • Als de patiënt in diepe slaap zit is het observeren van de patiënt erg belangrijk. Om eventueel hinderlijke symptomen vroeg tijdig op te sporen .
  • De verpleegkundige gaat na of de patiënt rustig, comfortabel en veilig ligt.
  • De mondverzorging wordt regelmatig uitgevoerd. Hierbij wordt de mond bevochtigd om uitdroging te voorkomen en ook de lippen worden voorzien van  een aangepaste zalf.
  • Bij openstaande ogen kunnen oogdruppels of zalf comfort bieden. 
  • Tijdens de verzorging en manipulatie observeert de verpleegkundige zorgvuldig de reacties van de patiënt. Hoe is zijn mimiek? Is deze ontspannen of is er een zekere mate van discomfort te bemerken?
  • Kreunt de patiënt? Probeert hij zich nog te verzetten? Opent hij nog de ogen? Het bewustzijn dient steeds scherp geobserveerd te worden. Slaapt de patiënt steeds, of vertoont hij nog reacties? Op al deze reacties dient (medicamenteus) snel ingespeeld te worden, zodat de optimale dosis, die zorgt voor de volledige behandeling van de refractaire symptomen en dus de hoogste  vorm van comfort garandeert, snel gevonden wordt.
  • Tijdens dit hele proces van palliatieve sedatie heeft de verpleegkundige mede de taak om de familie erbij te betrekken en te ondersteunen en de rust op de kamer van de patiënt te bewaken. De familie kan, zo zij dit wil en dit aangewezen lijkt, mede betrokken worden bij het uitvoeren van de zorg voor de patiënt.
  • Even belangrijk is dat de familie goed voor zichzelf zorgt, zodat zij later verder kunnen met hun eigen leven en dat zij elkaar hierbij ondersteunen(Claessens, et al.,2009).

Begeleiden van familieleden

Het traject dat leidt tot palliatieve sedatie en tijdens de  uitvoering ervan, is het voor familieleden en vrienden vaak een traject van onzekerheid, verdriet, rouw, schuld en angst. Het is belangrijk om goed uitleg te geven. Een aantal punten is daarbij van belang:

  • Leg uit dat de patiënt zal overlijden aan de ziekte en niet aan de medicatie.
  • Vertel dat de patiënt niet hoeft te lijden door het niet kunstmatig toedienen van vocht of het staken van vocht- toediening.
  • Het is mogelijk dat de patiënt weer ontwaakt na een aanvankelijke bewustzijnsdaling: het niveau van de sedatie is afgestemd op het creëren van een comfortabele situatie.
  • Onwillekeurige bewegingen of onrust betekenen niet dat de patiënt pijn of discomfort heeft.
  • Leg uit dat bij sedatie sommige symptomen niet te voorkomen zijn, zoals diarree, braken of bloedingen. De patiënt is zich hier niet van bewust.
  • Benadruk het belang van afscheidsrituelen en leg uit hoe de naasten ondersteund kunnen worden tijdens het proces(Hosson, 2015).

Houding van  de verpleegkundige

  • Regie bij de cliënt laten.
  • Gewoontes en gebruiken van de cliënt en mantelzorger respecteren.
  • Mantelzorgproblemen observeren, signaleren en rapporteren (balans in draagkracht-draaglast).
  • Op maat aanbod mantelzorgondersteuning aanbieden.
  • Zorgplan samen met cliënt en mantelzorger opstellen.
  • Extra tijd inplannen buiten de zorgactiviteiten voor de patiënt om de mantelzorger aandacht te geven.
  • Overdracht: goede informatie aan collega´s geven.
  • Mantelzorger uitnodigen om over sterven te praten.
  • Continuïteit bieden, bijv. door een vaste aanspreekpersoon.
  • Vertrouwensrelatie bieden.
  • Afstemming met andere zorgverleners.
  • Vaste club van zorgverleners (niet te veel verschillende gezichten naar de cliënt).
  • Sturen van mantelzorgers om ook een deel van de zorg uit handen te geven om zo de zorg vol te kunnen houden /over de drempel halen(Visser, 2006).

Emotionele steun.

  • tijd en aandacht voor de mantelzorger inruimen.
  • Respect voor levensbeschouwing.
  • Privacy en rustmoment waarborgen/inbouwen voor de mantelzorger en cliënt.
  • Veiligheid bieden.
  • Luisteren en inleven en zo nodig doorverwijzen.
  • Remmen van de mantelzorger: zorg gedeeltelijk overnemen (soms hebben mantelzorgers niet in de gaten dat ze hun eigen grenzen overschrijden)(Visser, 2006).