Debat

Een debat is een discussie waarbij het de bedoeling is om een stelling te verdedigen tegenover iemand anders, die de bedoeling heeft de stelling te bestrijden. Daarnaast is er een derde partij die uiteindelijk bepaalt wie de winnaar van het debat is. Het doel van het debat is dan ook het overtuigen van deze derde partij, dit kan een jury zijn, het publiek, of bij een politiek debat: de kiezer.Debatteren kan omschreven worden als een discussie met bepaalde regels. De regels bepalen wat er wel of niet is toegestaan, wat de spreektijden zijn, wat de spreekvolgorde is, etc. In een aantal landen wordt ook in het onderwijs aandacht besteed aan het debat, en zijn er ook kampioenschappen in het debatteren

 

Inleiding: In Nederland is 86% van de artsen bereid om euthanasie uit te voeren, maar  zodra er dementie in het spel komt wordt dit beduidend minder. Bij beginnende dementie  zegt 40% van de artsen bereid te zijn, maar bij vergevorderde dementie is dit nog maar 29%” (rtlnieuws,2015).

 

De volgende stelling is aan deze groep voorgelegd;

Een dementerende patiënt heeft minder rechten dan een kankerpatiënt als er vraag is om levenseinde door middel van  euthanasie.

Aan de deelnemers werd gevraagd om te kiezen of ze voor of tegen waren en vanuit die positie hun standpunten en meningen te geven en verdedigen. Enkele zaken die naar voren kwamen uit het debat waren als volgt;

Dat het moeilijk vast is te stellen of er sprake is van ondraaglijk en uitzichtloos lijden bij iemand met dementie. Is er wel sprake van een vrijwillig en weloverwogen besluit? Dat bij een kankerpatiënt het verzoek tot euthanasie in meer dan 80% word ingewilligd. In het geval van een persoon met dementie  wordt de euthanasievraag in iets meer dan 28% ingewilligd. Men vind over het algemeen dat wanneer er sprake  is van dementie men evenveel recht heeft op euthanasie, maar dat het erg complex is om vast te stellen of er daadwerkelijk sprake is van ondraaglijk lijden. . Over dementie is op dat gebied niet nog niet veel bekend, dit in tegenstelling tot kanker. Daarvan weet men uit ervaring van de kankerpatiënten, onderzoeken en ontwikkeling van de medische wetenschap inmiddels wel dat er sprake kan zijn van ondraaglijk en uitzichtloze lijden. Verder komt de vraag hoe om te gaan met iemand met vergevorderde dementie, die in het beginstadium heeft laten vastleggen dat hij, als hij in het vergevorderde stadium van dementie verkeerd, euthanasie wil? Hier zijn de meningen ook duidelijk over verdeeld. Hier speelt wederom het niet hebben van een goede toetsing een rol, hoe weet je namelijk of de beslissing van jaren geleden nog steeds telt voor de cliënt? Uit de mening van de groep komt naar voren dat volgens de huidige wet en regelgeving dit bij dementie niet is aan te tonen met de geldende toetsing criteria. 

 

Wat betreft de meningen voor en tegen komt duidelijk naar voren dat zowel de voorstanders als tegenstanders aangeven dat er voor beide standpunten wat te zeggen is. Duidelijk is geworden dat eigenlijk alle deelnemers aangeven dat ze zowel voor als tegen zijn en dat er vooral sprake is van morele bezwaren waardoor een rechtlijnige keuze niet echt mogelijk is. De vragen die naar voren zijn gekomen zijn als volgt. Wanneer maak je de juiste keuze en wanneer doe je het goed? Het dilemma van de arts wordt vanuit de hele groep deelnemers begrepen, het is een moeilijke keuze om te maken en je kunt wel zeggen dat het een ethisch en moreel dilemma is. Er word toch nogal wat gevraagd van een arts in dit geval. Wanneer er een vraag voor euthanasie ligt bij een patiënt met dementie is het voor een arts erg moeilijk, zo niet onmogelijk is om te beoordelen of er sprake is van ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Ook geeft de wet- en regelgeving hierin geen duidelijke uitkomst wat deze keuze makkelijker zou maken. De toetsing criteria spelen een hele grote rol en een daarvan is dat de persoon in kwestie wilsbekwaam is en duidelijk kan aangeven wat hij of zij wil. Duidelijk komt uit het debat naar voren dat er voor mensen met dementie gewoonweg geen goede manier van toetsing is. Was dit wel het geval dan zou het voor de arts makkelijker zijn om euthanasie bij dementie uit te voeren. In het geval van dementie is dat vaak niet mogelijk. Het is namelijk zo dat een persoon met dementie niet te toetsen is volgens het huidige systeem. Dit in tegenstelling tot de diagnose kanker en het eindstadium daarvan. In dit geval is degene met de euthanasievraag wilsbekwaam en goed toetsbaar volgens de huidige criteria en wetgeving. Wel is de groep van mening dat mensen met dementie in hun vraag bij euthanasie gehoord moeten worden en dat hulp hierbij mogelijk moet zijn. Om dit voor de uitvoerende arts  mogelijk te maken dient de wet en regelgeving te worden aangepast. Hiervoor zou er een goede toetsing voor mensen met dementie moeten komen die kan dienen als leidraad en die voldoet aan alle eisen. Daar ligt een mooie uitdaging voor artsen en onderzoekers in de toekomst.

 

 

 

 

 

(“debat,”2014).

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb